Speeltempo interne competitie:
Zetten | Tijd |
40 | 100 min (1 uur 40 min.) |
+10 sec. vanaf zet 1 | |
Uitspelen | 15 minuten +10 sec. per zet. |
Nieuwe Fide-regels.
Eens in de 5 jaar komt het Fide-congres bij elkaar en bedenken ze weer een aantal “nieuwe” regels. Op allerlei sites wordt hier al druk over gediscussieerd wat vaak tot nog meer onduidelijkheid lijdt. Ik zal proberen om de belangrijkste veranderingen voor ons samen te vatten.
1. Aanraken is zetten wordt iets minder strikt; je moet nu ook de bedoeling hebben om met dit stuk te zetten. Volgens mij is dit vooral bedoeld om ongelukjes met ellebogen die per ongeluk een stuk aanraken te voorkomen.
2. Vanaf nu heten alle partijen tussen de 10 en de 60 minuten p.p. RAPIDSCHAAK en alles onder de 10 minuten p.p. SNELSCHAAK. Voor allebei deze vormen gelden DEZELFDE regels (behalve de tijdstraffen, zie punt 8). Dit betekent dus dat je bij een onreglementaire zet de winst kan claimen en dat een wedstrijdleider of arbiter (als ie ‘t ziet) MOET ingrijpen en een 0 MOET geven. Nieuw is ook dat je nu na 10 zetten de beginstelling niet meer mag corrigeren en verder moet spelen met de “foute” opstelling (was 3 zetten). Dit geldt ook voor het instellen van de klok !!!, na 10 zetten mag er niets meer veranderd worden, tenzij… een toernooi hierdoor ernstig in gevaar (tijdsnood) kan komen.
3. Als je gezet hebt mag je ALTIJD de klok indrukken; dit is vooral belangrijk wanneer je (snel)schaakpartijen met increment speelt. Het gebeurt vaak dat iemand meteen weer zet en dan snel weer op de klok ramt, nu heb je dus het recht om eerst jouw klok in te drukken. LET OP : Dit recht vervalt weer als je zelf een nieuwe zet doet.
4. Wat gebeurt er als je een onreglementaire zet doet in een “normale” partij? Bij de eerste keer krijgt je tegenstander er 2 minuten bij, maar bij de tweede keer is de partij meteen verloren !! (tenzij de tegenstander onmogelijk nog mat kan zetten, dan is de partij ½)
5. Strengere promotieregels:
Als je na promotie de pion laat staan doe je een onreglementaire zet én vervalt het recht op minorpromotie, de pion MOET een dame worden. Als je dus bijv. roept dat je bij promotie een paard wil en je doet een zet als een paard bega je dus twee overtredingen en heb je in alle gevallen de partij verloren!
6. Remiseclaims :
Met weinig tijd op de klok komt het nogal eens voor dat een tegenstander je door de vlag probeert te jagen in een “potremise-stelling”. Vanaf nu wordt er onderscheid gemaakt tussen partijen mét en zonder increment (tijd per zet erbij). Bij partijen mét increment moet je de remise langer bewijzen, je krijgt er toch steeds tijd bij, maar zal je tegenstander waarschijnlijk ook eerder met de ½ akkoord gaan. Bij partijen zonder increment kan je als je in de laatste tijdcontrole minder dan 2 minuten overhebt de klok stilzetten en de arbiter (wedstrijdleider) vragen om een increment van 5 seconden. Dit geldt ten eerste als een remiseaanbod, weigert de tegenstander, krijgt hij/zij er 2 minuten bij en wordt de partij voortgezet met een increment van 5 seconden per zet. De bedoeling is dat je dan zelf moet bewijzen dat het echt “makkelijk” remise is, wat met 5 seconden extra per zet geen probleem moet zijn en tegelijkertijd is niemand meer afhankelijk van een beoordeling van een arbiter of er wel/niet een winstpoging wordt gedaan in een wel/niet potremise-stelling (alleen moet de wedstrijdleider wel goed de klokken kunnen instellen !!). Verder blijft de regel bestaan dat je na precies 3 keer dezelfde stelling (die geldt dus niet als je bijv. bij de eerste keer nog mocht rokeren) of 50 opeenvolgende zetten zonder een pion te zetten of iets te slaan remise mag claimen; wel op de goede manier, dus als je aan zet bent de klok stilzetten, de wedstrijdleider erbij halen en vertellen wat je van plan bent te gaan zetten en zeggen wat je claimt. (als je eerst zet is je beurt voorbij en kan de tegenstander weer een andere zet doen !) Hier komt nu extra bij dat een wedstrijdleider na 5 keer dezelfde stelling of 75 zetten opeenvolgende zetten zonder pion- of slag-zet MOET ingrijpen en de partij remise verklaren. Dit zal vooral in hevige tijdnood gaan gebeuren als beide spelers niet meer weten wat er allemaal gebeurt, maar de partij is dan zonder een claim wel gelijk voorbij!
7. Bij een onterechte claim krijgt de tegenstander 2 minuten erbij op de klok (was 3)
8. Alle tijdstraffen bij het snelschaken zijn 1 minuut i.p.v. 2 minuten.
9. Voor rapid- en snelschaak : Als er een (niet) gepromoveerde pion op de achterste rij staat of als beide koningen schaak staan moet de wedstrijdleider wachten tot de volgende zet voltooid is (wit en zwart). Staat er dan nog steeds een onreglementaire stelling op het bord is de partij ½.
10. Het meest controversiële voorstel : het totale verbod op mobieltjes (of andere electronische hulpmiddelen) in het spelersgebied (dus ook de wc, rookruimte, bar, enz). Deze regel is zo strikt dat hij bijna niet te handhaven is, want wie gaat er tegenwoordig nog zonder mobieltje op pad (behalve ikzelf) en hoe ga je dat controleren ? Gelukkig mag elk toernooi of competitie een minder zware sanctie opleggen, maar dit moet dan wel speciaal vermeld worden. In de afgelopen KNSB-vergadering is besloten om het verbod te handhaven, maar als sanctie alleen een waarschuwing op te leggen. Je mag dus niets bij je hebben, maar als ze onverhoopt toch iets vinden (officieel mag iemand van de wedstrijdleiding van hetzelfde geslacht een “verdachte” speler fouilleren) volgt een waarschuwing. Het grappige is dat nu ook je telefoon weer mag afgaan (de “telefoonnul is afgeschaft, je mag immers helemaal geen telefoon meer bij je hebben), er volgt alleen een waarschuwing! Natuurlijk zullen een paar spelers hier vast misbruik van maken en dan is het aan de verantwoordelijke wedstrijdleiders om toch op een ander artikel een straf te geven, overlast of zo. Al met al geen mooi situatie en volgens mij is de KNSB nog bezig om nieuwe richtlijnen te bedenken, maar of dat vóór het competitiebegin allemaal nog in orde komt ?? 11. Goed nieuws in de NHSB : Hier hebben alle clubs besloten om vanaf nu zo soepel mogelijk om te gaan met de mobieltjesproblematiek.
Mobieltjes mag je “gewoon” in je jas of tas bewaren en zelfs als je per ongeluk gebeld wordt volgt er niet gelijk meer een 0, maar krijg je een waarschuwing. Deze 0 vond iedereen toch een te zware straf voor de relatief lichte overlast; je hebt eigenlijk veel meer last van iemand die bijv. de hele tijd in je gezicht loopt te hoesten, constant met z’n stoel aan het schuiven is of luide muziek uit een aanpalend vertrek, al vinden anderen dat juist allemaal weer een verademing.
(Marc Helder)